Acne is een veelvoorkomende huidaandoening die vooral gezien wordt bij tieners. Acne uit zich in de vorm van rode pukkels - de zogenaamde jeugdpuistjes - op armen, schouders, nek en in het gezicht zelf op de billen kan het voorkomen.
Ze zijn een gevolg van een overproductie van talg onder invloed van hormonen.
Tijdens het einde van de 18e eeuw werd al een verband gezien tussen voeding en acne.
Voeding met een hoge glycemische belasting kan acne in de hand werken. Simpel gezegd gaat het om voeding met veel snelle koolhydraten die triggers veroorzaken en opvlamming van de acne.
Ook wordt een relatie gezien met een consumptie van melkproducten.
Daarom kun je beter suikerhoudende voeding vermijden en melkproducten met mate gebruiken.
Vitamine en mineralen tekorten zijn de grootste boosdoener!
Een omega 3 vetzuren te korten.
Omega 3-vetzuren komen van nature voor in onder andere peulvruchten, algen, noten, zaden en niet-gekweekte vis zoals wilde zalm en sardines. De vetzuren verminderen ontstekingen door de productie van de ontstekingsremmende prostaglandinen E1 en E3 en leukotrieën B5. Hiermee verlagen ze de concentratie van IGF-1.
IGF-1 is een belangrijk hormoon dat een centrale rol speelt bij het ontstaan van acne.
Vetzurenbalans:
minder omega-6, meer omega-3
Ontsteking van de opperhuid bij drie typen aan acne gerelateerde huidveranderingen, namelijk puisten, mee-eters en pustels, wordt primair veroorzaakt door een immunologische reactie tegen de bacterie Propionobacterium acnes, die het sebumrijke milieu van de afgesloten mee-eter koloniseert.9 Hierbij kunnen pro-inflam-matoire cytokinen, zoals TNF-alfa (tumor necrose factor alfa), IL-1B (interleukine 1B) en IL 8, andere ontstekingsmediatoren stimuleren en het proces verergeren.
Overproductie van cytokinen in respons op Propiono-bacterium acnes kan de ontwikkeling van ernstige acne, gepaard gaand met uitgebreide ontstekingen in de huid, bevorderen.
Voeding is een bekende modulator van de systemische inflammatoire respons en kan beïnvloed worden door de balans van de omega 6- met de omega 3- vetzuren in gunstige zin bij te stellen. De gangbare Westerse voeding kenmerkt zich door een significant hogere concentratie van omega 6-vetzuren ten opzichte van omega 3-vetzuren.
De meest geconsumeerde oliën zijn tegenwoordig zonnebloemolie en sojaolie, al dan niet in de vorm van geraffineerde olie als zodanig of verwerkt in margarines en vooral dieetmargarines.
Deze vetbronnen bevatten overwegend linolzuur als omega 6-vetzuur. Omega 3-vetzuur is hierin vrijwel afwezig. De verhouding omega 6- : omega 3-vetzuren ligt tegenwoordig ongeveer op 10 : 1. Hierdoor bevordert de gangbare Westerse voeding een pro-inflammatoir cytokinen en eicosanoïdenprofiel. Daarom kan de acnepatiënt er baat bij hebben de consumptie van omega 6-vetzuren te verlagen en die van omega 3-vetzuren te verhogen.